NT2-leerlingen hebben doorgaans een kleinere woordenschat en lagere leesvaardigheid in het Nederlands. Wanneer deze leerlingen bovendien een onvoldoende basis in hun moedertaal hebben, kunnen ze die niet of beperkt inzetten als hulpmiddel om talige rekenopgaven op te lossen. In deze zogeheten contextopgaven – ook wel redactiesommen of verhaaltjessommen genoemd – zijn rekenopgaven verweven in een tekst. Wanneer NT2-leerlingen niet beschikken over de benodigde taalkennis kan het zijn dat ze de som niet kunnen maken. Het lijkt dus of deze leerlingen moeite hebben met rekenen, maar in werkelijkheid begrijpen ze de context van de som onvoldoende.
Formatieve toetsing van rekenvaardigheid
Formatieve toetsing is een interactief en doorlopend proces, gericht op het ontdekken van de sterke kanten en de ontwikkelpunten van de leerling. De leerkracht krijgt inzicht in welke rekenkundige processen en begrippen de leerling wel of niet snapt en kan toepassen. Voorbeelden zijn begrijpen van rekenkundige concepten, ontwikkelen van oplossingsprocedures, vlot rekenen en flexibel toepassen. Het verkregen inzicht biedt de leerkracht mogelijkheden om in te spelen op individuele leerbehoeften. Denk aan aanvullende ondersteuning, verdere verdieping of extra uitdaging. Formatief evalueren kan leiden tot meer motivatie, eigenaarschap en zelfregulatie bij leerlingen en tot betere rekenprestaties.
Richtlijnen voor formatief evalueren bij NT2- leerlingen
Specifieke richtlijnen voor het formatief evalueren van rekenvaardigheid van NT2-leerlingen met een zwakke basis in de moedertaal zijn er niet. Er zijn wel richtlijnen die gelden voor NT2-leerlingen in het algemeen, zoals het in kaart brengen van het rekenniveau van de leerling en het bieden van ondersteuning op maat.
Als NT2-leerlingen instromen op de basisschool kan de leerkracht het rekenniveau in kaart brengen met een selectie rekenopgaven. Wanneer de Nederlandse taalvaardigheid van deze leerlingen nog niet goed ontwikkeld is, zijn ‘kale’ rekenopgaven een betrouwbaarder voorspeller dan opgaven met veel taal. Bij de keuze van rekenopgaven is het dus belangrijk om te letten op de aanwezigheid van kale rekensommen versus contextopgaven. In aanvulling op de rekenopgaven kunnen observaties en gesprekken met de leerling aanvullende informatie geven over waar de leerling precies moeite mee heeft.
Door de rekenvaardigheden van NT2-leerlingen in kaart te brengen, krijgt de leerkracht zicht op hun sterke en zwakke punten. Op basis hiervan kan de leerkracht ondersteuning op maat aanbieden. Om in te spelen op de specifieke behoeften van de leerlingen is het ook van belang om zowel de taalontwikkeling van het Nederlands als die in hun moedertaal te meten. De leerkracht kan dan samen met de leerlingen werken aan bijvoorbeeld het vergroten van de woordenschat. Het is belangrijk dit proces regelmatig te evalueren en te herhalen. Feedback en scaffolding zijn hier cruciaal om leerlingen te begeleiden in hun leerproces. Door middel van scaffolding kan de leerkracht de meertalige leerlingen ondersteunen in het begrijpen en toepassen van de juiste rekentaal. Door geleidelijk af te bouwen ondersteuning kan de leerkracht het wiskundig redeneren van NT2-leerlingen in relatief korte tijd bevorderen.
Meer weten?
Lees het volledige rapport opgesteld als antwoord op deze vraag, inclusief geraadpleegde bronnen.
Dit antwoord is tot stand gekomen met dank aan Annelies van der Lee en Joyce Gubbels (antwoordspecialisten) en Martine Gijsel (kennismakelaar Kennisrotonde). Zij hebben hiertoe Gerdineke van Silfhout (expert) geconsulteerd.